Aad Achterberg: “Ik mocht doodvallen van de trainer van de club waar ik het meest voor had gedaan”

Scheidsrechter carrière
“In 1966 ben ik begonnen met fluiten. Ik speelde in de A1 van Excelsior maar ik kwam net te kort om aan te sluiten bij de landelijke jeugd. Vervolgens ging ik de jeugd fluiten bij Excelsior en werd mij gezegd dat ik voor de KNVB moest gaan fluiten. Dus dat heb ik opgevolgd, dat ging heel goed. Binnen 3 jaar zat ik bij de KNVB. In 1974 had ik mijn eerste eersteklasser. Dat was RBC. Na de wedstrijd zei iemand tegen mij: ‘Godverdomme Aad, wat heb jij een goede conditie!’ Maar ik had geen goede conditie, ik was in beweging als de spelers stilstonden”, lacht Achterberg. “Dus heb ik 6 jaar op het hoogste amateurniveau gefloten.  Het was een leuke tijd en zodoende kwam ik bij de Rotterdamse scheidsrechtervereniging en daar zit ik nu nog.”

Roparun
“Ik was ook een van de eersten van de Roparun. Dat was mooi. Bram Peper zou het startschot geven maar die was verhinderd en wethouder Vermeulen zou komen. Startschot zou om 12:00 plaatsvinden. Om 11:45 belt zijn secretaresse met de mededeling dat ze nu weg gaan. Ik zei dat ik hoopte dat ze op tijd zouden zijn. Vervolgens was hij er om 12:00 niet. Ik had de leiding dus ik moest iets doen. Toen vroeg ik aan Theo Stuyvers of hij het startschot wilde geven. En hij gaf het startschot en die wethouder Vermeulen stond blijkbaar ergens achteraan. Dus om 12:15 komt die secretaresse van Vermeulen pislink naar mij toe. Maar zij waren te laat. Het had veel invloed, want ze beklaagden bij de organisatie wat resulteerde in mijn afwezigheid het jaar daarna.”

Journalistiek
“In 1975 begon ik te werken in de journalistiek. Dat was toen voor het blad ‘Oost-IJsselmonde’. Na twee jaar werd ik gevraagd om de overstap te maken naar het Rotterdams nieuwsblad, alleen voor wedstrijden. Vervolgens vroeg Hans Kolechem (?) of ik de statistieken wilde bijhouden. Dus wat gebeurde er; mijn vrouw belde op om te vragen wie er gescoord hadden maar die had wel in de gaten dat iemand van ‘Het vrije volk’ dezelfde wedstrijden aan het doen was. Toen had zij een dealtje gemaakt met die man om elkaar gegevens uit te wisselen en zo ben ik ook voor ‘Het vrije volk’ gaan werken. Hans Kolechem (?) en Peter Oudekerk kregen min of meer ruzie over mij want Oudekerk vond het prima, maar Kolechem vond het niet kunnen dat ik voor 2 kranten werkte. Kolechem beloofde me meer dingen bij het Rotterdams Nieuwsblad en toen ben ik toch weer daar naartoe overgestapt. En plots gingen het RN en HVV fuseren. Dus toen zag ik allemaal bekende koppen weer”, vertelt een trotse Achterberg die op dit moment aan zijn 43e seizoen bezig is.

“Als je een stuk maakt, stuur je het naar de hoofdredactie. Soms word er niks aan veranderd. Maar ik heb er de pest in als ze het veranderen als ze de juiste kern eruit halen. Maar de persoon die dat nakijkt heeft totaal geen weet van wat er gebeurd is.” Wat is er veranderd als je kijkt naar vroeger en nu? “Vroeger schreef je vooral over de wedstrijd. En dat is in de loop der jaren minder geworden. Het randgebeuren is veel belangrijker, dat komt ook mede door het internet.”


Zwart-Wit ‘28
Zijn er amateurclubs in de regio waar Achterberg nog nooit is geweest? “Nee”, is Achterberg duidelijk. Heeft hij ooit overwogen om over betaalde voetbalclubs te schrijven? “Ook niet. Ik word niet warm van betaald voetbal. Wel van Excelsior, dat is mijn club en die blijf je wel volgen.” Wat zijn de mooiste clubs waar hij geweest is? “Ik zal je vertellen”, begint hij. “Ik was de huisverslaggever van Zwart-Wit ’28. En ik heb daar ook drie jaar in de technische commissie gezeten met Jan Everse en Filip de Haan. Daar had ik wel een zekere band mee. Maar Zwart-Wit ’28 had de beste organisatie van Rotterdam. Maar ja, toen is het natuurlijk helemaal fout gegaan met Rick Bergen (?). Iedereen dacht dat hij veel poen had. Maar hij had helemaal geen cent, zijn schoonvader had geld. Wat gebeurde er? Zwart-Wit had ook een damesafdeling en toen kreeg hij een relatie met één van die meiden en zijn vrouw ging toen weg bij hem. Dus ook het geld van die schoonvader was ook pleite.

Bizar moment
Toch heeft Achterberg wel een merkwaardig moment meegemaakt, dat was bij amateurclub VVOR. “De wedstrijd VVOR – Bolnes was ongeldig verklaard. De aangewezen scheidsrechter kwam niet opdagen. Dus ze hebben Dick Verwoert (?) gebeld en ze zeiden dat Franklin Berg eraan zou komen. Maar wat bleek, Berg was in Huizen. Maar plots was er toch een meneer Berg gekomen, maar dat was een clubscheidsrechter van hun. Dus ik verdenk VVOR ervan dat zij een spelletje hebben gespeeld. Maar die scheids kon er echt geen klote van en hij kon het tempo ook niet bijhouden. Ik belde toen Verwoert op en zei ‘Zeg Dirk, wie heeft nou gefloten?’ ‘Berg’, zei Verwoert. ‘Nee man, Franklin Berg is helemaal niet geweest.’ Dus Verwoert is Ruperti gaan bellen en die hebben het vervolgens uitgezocht. Toen kwam de KNVB met het statement en vertelde dat het niet kan. Een onbevoegde scheidsrechter is niet toegestaan en de wedstrijd moet overgespeeld worden.

Uiteindelijk kostte het VVOR de periodetitel, want ze moesten weer opnieuw spelen en ze spelen gelijk, waardoor ze dus niet de periodetitel wonnen. Van Gestel was een beetje gefrustreerd. “Dat hoorde ik van Gerard Bink, aan de telefoon. Maar toen liep, tijdens het telefoongesprek, Peter van Gestel langs en zei ‘Die Aad kan doodvallen. Hij is hier niet nooit meer welkom.’ Mijn overleden vriendin heeft 17 jaar in die kantine gestaan en ik ben 8 jaar kantine-vrijwilliger geweest. Heel bizar, want ik kon natuurlijk niks doen aan het feit dat de wedstrijd overgespeeld moest worden. Dus ik belde met die voorzitter en zei dit kan toch niet? Hij zegt ‘Aad joh, dat is irritatie. Vergeet het.’ ‘Nou, vergeten zal ik niet. Als jij er niks aan doet, dan doe ik het zelf wel.’ Zei ik. De trainer van de club waar je het meest voor hebt gedaan zegt gewoon dat ik dood kan vallen.. Terwijl ik zeker weet dat VVOR de boel belazerd had.”